12042 Adrianus Brouwers, notaris Helmond

Categorie: Notariaat
Datering: 1595-1635

• Inleiding
  • 1. Archiefvormer

    De notaris wordt benoemd door de Kroon en heeft een daarbij bepaalde vaste standplaats.
    Tijdens de Generaliteitsperiode werd een notaris (in ons werkgebied) geadmitteerd (= toegelaten) door de Raad van Brabant, vanaf 1796 door Hof van Justitie en kreeg een vast standplaats toegewezen.
    In 1810 werd de franse zgn Ventosewet 1803 van kracht die een uniforme regeling voor het notariaat inhield. Er werden eisen gesteld aan de opleiding en de werkwijze.
    In 1842 kwam de Wet op het notarisambt tot stand, die veel elementen overnam uit de franse Ventosewet 1803. De Wet op het notarisambt van 1904 bevestigde een aantal ontwikkelingen die zich in de loop der tijd hadden voltrokken. Hierbij werd oa de figuur van de kandidaat-notaris officieel erkend. De wet van 1999 geeft op dit moment de meest actuele stand van zaken weer. Belangrijk hierbij was dat het ondernemerschap van de notaris meer op de voorgrond trad, oa door het loslaten van vaste tarieven, marktwerking.
    
  • 2. Taken

    Als openbaar ambtenaar was de notaris bevoegd tot het verlijden en het in bewaring houden van authentieke akten met betrekking tot zakelijke en particuliere overeenkomsten en tot het bedingen, alsmede de verstrekking van grossen en afschriften van en uittreksels uit zijn akten. Vóór 1811 waren notarissen niet bevoegd tot het verlijden van akten van transport en bezwaring van onroerend goed (hypotheken). Dat was voorbehouden aan de schepenbanken.
    Na inwerkingtreding van de Wet op het Notarisambt in 1842 zijn er repertoria waarin in het kort een omschrijving van de akte wordt gegeven. De hierin genoemde brevetten zijn niet in het archief aanwezig.
  • 3. Lotgevallen van het archief

    De archieven van de notarissen zijn rijksarchieven die door het rijk zijn of worden vervreemd naar de gemeenten, als die aan de voorwaarden van een archivaris en archiefbewaarplaats voldoen.
    Vanaf 1842 worden er repertoria bijgehouden die met de akten het notarieel archief vormen. De in die repertoria genoemde brevetten zijn niet aanwezig, aangezien dat akten zijn die aan de partij is meegegeven.
    Op grond van de Wet op het notarisambt worden archieven naar de (rijks)archiefbewaarplaats overgebracht bij het bereiken van de leeftijd van 75 jaar, en dat binnen een periode van 10 jaar. Ten aanzien van de overbrenging van testamenten (e.d.) is in artikel 59 Wet op het Notarisambt 1999 bepaald, dat wanneer die ouder zijn dan honderd jaar binnen een tijdvak van tien jaar naar de rijksarchiefbewaarplaats worden overgebracht.
    
  • 4. Verantwoording van de inventarisatie

    De ordening van de archieven is per notaris en daarbinnen louter chronologisch, op datum van akte.
    Daarnaast kunnen repertoria, wisselprotesten en enkele losse akten aanwezig zijn.
• 1     Minuten en protocollen van akten