Op de foto de eerste paters en broeders uit Steyl op Timor, vierde van links pater Noijen, zesde van links pater Verstraelen. Fotograaf onbekend.

Bali, Lombok, Soemba, Soembawa, Flores, Timor

Veel ouderen zullen dit regeltje nog wel kennen dat er bij de aardrijkskundeles werd ingestampt.

Pater Piet Noijen die vijftien jaar als missionaris in China werkzaam was geweest, zou deze, nu Indonesische eilanden, bekend als de Kleine Soenda Eilanden, nog goed leren kennen.

Na een vermoeiende reis via Moskou en Berlijn stapte pater Noijen op 23 oktober 1909 in Munster uit de trein. De volgende morgen kwam hij aan bij het missiehuis in Steyl. De dag daarop vertrok hij naar Helmond om zijn familie te bezoeken. Zijn vader was inmiddels overleden. Hij kon maar een week in Helmond blijven, omdat in Steyl de grote vergadering van het algemeen kapittel begon. Na afloop vertrokken de meeste afgevaardigden weer naar hun missieposten, maar pater Noijen had zijn vriend pater Fröwis beloofd om in Tirol lezingen met dia’s te gaan geven om geld in te zamelen. Hij kreeg een reis aangeboden naar Rome en naar Afrika om daar zijn zus Nel te bezoeken. Daar kreeg hij het bericht dat hij nog niet naar China mocht vertrekken; hij kreeg de opdracht eerst de opening van een nieuw missiehuis in Nederland te regelen. Een troost was dat hij op audiëntie mocht bij de paus en deze dus persoonlijk zou ontmoeten, maar het besef dat hij niet terug mocht naar China woog hem zwaar. In 1911 werd hij benoemd tot rector van het missiehuis in Uden. Hij voelde zich daar niet gelukkig en ook het vooruitzicht dat hem een missiepost in Indië in het vooruitzicht was gesteld, trok hem niet. Bij de opening van het missiehuis in Uden preekte een missionaris zo gepassioneerd over Indië dat zijn drang om naar de missie te gaan weer werd aangewakkerd. Eind 1912 vertrok hij uit Marseille naar Batavia. Zijn nieuwe missiepost was het in de bergen gelegen Lahoeroes op Timor. Ook hier moest pater Noijen zich de taal en volksgebruiken weer eigen zien te maken. Na een paar maanden durfde hij samen met pater Verstraelen het al aan om het gebied te gaan verkennen en een grote tocht dwars door Timor te maken. Die reis had tot doel gunstige plekken te zoeken om een missiepost te beginnen. In 1913 kreeg pater Noijen bericht dat hij was benoemd tot Apostolisch Prefect van de Kleine Soenda Eilanden. Hij werd dus hoofd van een missiegebied. Dat betekende een verantwoordelijke taak waarin toezicht houden, schrijven en reizen belangrijk zijn. Hij had zich liever beziggehouden met “het winnen van heidenen voor Christus”. Monseigneur Noijen had daar de zorg voor 25.000 zielen. Het gebeurde dat er 160 kinderen op een dag werden gedoopt. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog konden er geen Duitse priesters worden gestuurd en de Nederlandse waren nog niet opgeleid. Het gebrek aan paters, het altijd maar moeten reizen, soms honderden kilometers te paard, was erg afmattend. De missie groeide, maar het personeel nam af. Na zijn 26-jarig priesterjubileum werd er dysenterie bij hem geconstateerd en werd hem aangeraden naar Nederland terug te keren. Eerst wilde hij nog een reis maken door zijn missiegebied om het vormsel toe te dienen. Daarna zou hij terugkeren naar Steyl om verslag te doen. Kardinaal van Rossum had hem geschreven dat hij in de loop van 1920 tot bisschop zou worden gewijd.

Lees meer over Petrus Noijen in: "Het huis van de bisschop", "De sekte der lange messen" en "De dames zullen wel zorgen behoorlijk gekleed te zijn".

 

Reactie plaatsen

Naam

E-mail

Bericht

Ik ga akkoord met het privacy beleid




Vergeet niet akkoord te gaan met het privacy beleid
Reacties worden geladen...
Ontdekken
Stoomschip 'Pavon'
De Katholieke Jongensschool in de jaren 1940.
De inzegening van de school.
images/hourglass.png

ZOEKEN...